Voeding lammeren:
In de lammertijd is het een goed idee om de eerste biest van ooien met één lam in te vriezen. Biest is de eerste melk wat een ooi produceert. Biest is rijk aan voedingsstoffen en afweerstoffen die heel belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het lam. Je kan de biest het beste invriezen in porties van 80 tot 100 ml. De biest mag nooit worden opgewarmd in de magnetron. Dit omdat de antistoffen dan beschadigen waardoor ze minder of niet werkzaam zijn. Antistoffen is een belangrijke stof voor de lammeren. Deze beschermen ze tegen ziektes en bacteriën. Biest zorgt er ook voor dat het darmpek afneemt. Darmpek is de eerste taaie ontlasting van het lam. Dit is meestal niet zo prettig voor de lammeren. Biest maakt het wat soepeler en dunner waardoor de lam het goed kan uitscheiden. Het lam kan normaal goed zelf op zoek gaan naar de uier en de biest. Als het lam zwak is geef dan de biest zelf aan het lam. Dit kan met een flesje of als het nodig is een sonde.
In de eerste 24 uur heeft een lam ongeveer 250 ml biest per kg lichaamsgewicht nodig. 24/36 uur na de geboorte kunnen de afweerstoffen uit de biest niet meer door de darmwand en worden dus niet opgenomen in het bloed. Het is dus belangrijk dat het lam de biest snel binnen krijgt.
Als je een vervanger kiest is kunstbiest geen goede vervanger van echte biest. Het bevat te weinig afweerstoffen. Een goede vervanger is de biest van wat oudere schapen gebruiken die veel biest aanmaakt. Vries deze biest meteen in dan heb je altijd een voorraadje voor noodgevallen. Je kunt de biest het beste invriezen in porties van 80-100 ml. Het ontdooien van de biest moet langzaam gebeuren en je mag dus geen magnetron gebruiken! Een ander alternatief is runder biest. Deze biest kan stoffen bevatten die bloedarmoede bij het lam kan veroorzaken. Daarom is het belangrijk dat je per lam niet meer dan 400 ml runderbiest geeft. Geef dan ook per lam 100 ml biest van 4 verschillende koeien. Dit zodat ze ook andere afweerstoffen binnen krijgen.
Hoeveelheden biest:
- 200 ml voor een lam van 5 kg
- 150 ml voor een lam van 3.5 kg
- 100 ml voor een lam van 2.5 kg
Zelf het lam voeren:
Te grote hoeveelheden kan de lebmaag niet aan. Laat het lam zelf uit een fles drinken. Als het lam stopt met drinken push dan niet te veel door dat hij nog meer moet drinken. Als de lebmaag over loopt komt er melk in de pens terecht die nog niet ontwikkeld is. De melk gaat daar gisten en rotten. Daar wordt het lam erg ziek van en krijgt een dikke buik. Wat goed kan helpen is een ooi na doen. Nadat het lam heeft gedronken loopt de ooi weg zodat het lam niet meer kan drinken. Als je dit na doet nadat je denkt dat het lam genoeg heeft gehad kun je dus weglopen waardoor het lam stopt met drinken.
Gebruik een lammersonde alleen bij lammeren die goed kunnen slikken en als de lichaamstemperatuur boven de 38 graden is. Als het lam veel tegen werkt dan moet je de sonde voorzichtig opnieuw inbrengen. Biest in de longen is erg gevaarlijk. Laat de biest met een snelheid van 50 ml per 25 seconden via de sonde in de maag komen. De maag krijgt dan goed de kans om op te rekken.
Koeien biest is een goed alternatief. Biest van oudere koeien bevat meer antistoffen. Ideaal is het mengsel van biest van 3 of 4 koeien.
Voerschema lammeren:
Maak jouw eigen website met JouwWeb